“Om een probleem werkelijk te kunnen oplossen, moet je het minstens vanuit drie verschillende invalshoeken bekijken”, zei Albert Einstein ooit.
Het Enneagram is een persoonlijkheidsmodel dat negen persoonlijkheidstypes beschrijft die elke met een eigen bril naar de werkelijkheid kijken. Ze doen dit vanuit een bepaalde motivatie, drijfveer of basisangst.
Het Enneagram geeft inzicht in je functioneren en drijfveren en kan helpen om andere brillen op te zetten zodat je met meer soepelheid kan omgaan met je omringende werkelijkheid.
Deze negen persoonlijkheidstypes worden als volgt omschreven: de morele hervormer (perfectionist), de zorgzame adviseur (helper/gever), de succesvolle presteerder (werker), de romantische individualist, de onderzoekende denker (waarnemer), de loyale bewaker (betwijfelaar), de entertainende optimist (levensgenieter), de beschermende uitdager (baas) en de vreedzame bemiddelaar.
1. Perfectionisten zijn realistisch consciëntieus en principieel. Ze kunnen zich voordoen als moralist of wereldverbeteraar. Ze proberen hun idealen ook werkelijk te realiseren. Ze hebben vaak het idee dat het altijd beter kan en zijn dan ook niet gauw tevreden. Ze kunnen gefrustreerd zijn omdat het leven en de mensen niet zijn zoals ze in hun ogen zouden moeten zijn. Ze kunnen teleurgesteld zijn in de eigen onvolmaaktheid doordat ze niet kunnen voldoen aan de hoge eisen die ze zichzelf stellen.
2. Helpers zijn warm, betrokken, verzorgend en gevoelig voor de behoeften van anderen: ze bieden hulp aan de medemens. Hun helpen heeft echter als onderliggend, onbewust doel de eigen superioriteit te tonen. Ze hebben moeite om door te dringen tot hun innerlijk.
3. Presteerders zijn energiek, optimistisch, zelfverzekerd en doelgericht. Ze zetten alles opzij om succes te hebben, desnoods ten koste van anderen.
4. Romantici zijn gevoelig, warm en scherpzinnig. Ze voelen zich uniek en willen als zodanig gezien worden. Ze putten hun energie uit anderen. Ze zijn sterk intuïtief en introvert, soms melancholiek en zwaarmoedig.
5. Waarnemers hebben behoefte aan kennis en zijn introvert, leergierig, analytisch en inzichtelijk. Ze willen vooral objectieve, feitelijke informatie verzamelen. Ze hebben moeite om met hun gevoelens om te gaan: ze parkeren ze en gaan af op wat hun denken hen ingeeft. Ze verzamelen zo veel mogelijk kennis zodat die hen kan redden bij gebrek aan de inzet van hun emoties.
6. Loyalisten hebben verantwoordelijkheidsgevoel, zijn betrouwbaar en hechten waarde aan een loyale opstelling tegenover hun familie, groepen en goede doelen. Hun persoonlijkheid varieert van gereserveerd en timide tot openhartig en confronterend. Ze hechten waarde aan tradities en kunnen goed samenwerken.
7. Levensgenieters zijn energiek, levendig en optimistisch; ze willen hun steentje bijdragen aan de wereld. Hun uiterlijk voorkomen is dat van blijheid, spontaan en fantasierijk. Soms zijn ze impulsief en naïef, ontwijken pijn en hebben tegenstrijdige gevoelens bij het aangaan van verbintenissen.
8. Uitdagers zijn assertief, direct, onafhankelijk, zelfverzekerd en beschermend. Ze komen over als sterke persoonlijkheden, stellen onrechtvaardigheid of oneerlijkheid aan de kaak en hebben een sterk verantwoordelijkheidsgevoel. Ze willen controle houden over de situatie.
9. Vredestichters zijn ontvankelijk, goedaardig en ondersteunend. Ze streven naar harmonie met de medemens en de wereld. Het zijn onpartijdige scheidsrechters, ze zwemmen graag met de stroom mee, zijn meegaand en kunnen gemakzuchtig zijn. Er is soms moeilijk vat op te krijgen: ze ontvluchten moeilijke situaties en rekenen er niet op dat anderen zich voor hun problemen interesseren.
Deze negen types hebben elk een eigen centrum van waaruit ze handelen: de buik, het hart of het hoofd.
Om in balans te zijn met onszelf, hebben we alle drie deze centra nodig.
Het buikcentrum hebben we nodig om tot actie over te gaan, in beweging te komen en om ons bewust te zijn van ons lichaam.
Het hartcentrum hebben we nodig om een hart-hartconnectie met de ander op te bouwen, in contact te staan met onze emoties en onze identiteit te ontdekken.
Het hoofdcentrum hebben we nodig om te plannen, te analyseren, inzichten te verwerven en onszelf tijdens onze persoonlijke groei te observeren.
Het buikcentrum is het instinctieve centrum.
Hier vinden we de perfectionist, de uitdager en de vredestichter: ze handelen alvorens bewust na te denken. Ze streven naar autonomie, willen de touwtjes in handen hebben en zullen niet snel iets tegen hun zin doen.
Hun basisemotie is woede. De uitdager zal deze woede direct uiten en op een hevige manier, maar is ze snel weer vergeten. De vredestichter zal de woede onderdrukken en de perfectionist slikt ze in, maar houdt ze bij. Eens het emmertje vol, spuwt de vulkaan.
Het hartcentrum is het emotionele centrum.
Hier vinden we de helper, de presteerder en de romanticus.
Hun basisemotie is schaamte.
Ze zoeken een manier om geliefd te worden om wie ze zijn, maar diep in zichzelf geloven ze dat ze niet goed genoeg zijn. Daarom geloven ze dat ze zich anders moeten voordoen om liefde en erkenning te krijgen. De helper zal daarom anderen zo veel mogelijk helpen, de presteerder gelooft dat hij met zijn successen erkenning krijgt en de romanticus is ervan overtuigd dat hij de sleutel tot erkenning uitsluitend kan vinden in zichzelf.
Het hoofdcentrum is het mentale centrum.
Hier vinden we de waarnemer, de loyalist en de levensgenieter. Zij merken zeer veel op in hun omgeving en hebben een hoofd dat niet tot rust komt. Ze streven vooral naar zekerheid en vragen zich af wat en wie er te vertrouwen is.
Hun basisemotie is angst. De waarnemer vertrouwt de buitenwereld niet en vlucht in zijn hoofd waar hij zijn observaties analyseert. De loyalist vertrouwt noch de buitenwereld, noch zijn innerlijke wereld en begint te twijfelen. De levensgenieter is bang voor de binnenwereld met al zijn pijnlijke emoties en heeft angst om iets te kort te komen, waardoor hij wegvlucht in allerlei leuke activiteiten.
Waar het bij mindfulness gaat over weten wat je doet terwijl je het doet, gaat het bij het enneagram over de diepere laag weten waarom je iets doet.
Tijdens de coaching gaan we op zoek naar de type(s) van het enneagram waar jij jou in herkent.
Vervolgens gaan we de types uitwerken zodat jij meer inzichten krijgt in bepaalde (onbewuste) patronen. We staan stil bij jouw drijfveren en basisangsten waardoor je jouw gedrag (acties) beter leert begrijpen. Niet alleen krijg je inzichten over jezelf maar ook inzichten over het gedrag/drijfveren/ basisangsten van anderen. Dit zorgt ervoor dat je de andere persoon beter leert begrijpen waardoor je bepaalde situatie beter te baas kan of beter kan loslaten.
Waar je bij stress en overspanningsklachten nog kan herstellen door te vertragen en rust te nemen, ben je bij burn-out verder van huis. Je kan burn-out beschouwen als de overtreffende trap van overspannen-zijn.
Burn-out treedt op na langdurige, vaak jarenlange roofbouw op het lichaam. Het ontstaat wanneer je ondanks de stress en de overspanningsklachten gewoonweg blijft doorgaan en ook geen tijd neemt om bij te tanken, om op adem te komen.
Wat nu nét de oorzaak is van een burn-out is moeilijk te achterhalen. Vaak gaat het over een samenloop van omstandigheden, stressvolle situaties (zowel professioneel als privé) die elkaar opvolgen en samenkomen, het zogenaamde stapel-effect.
In normale omstandigheden heb je voldoende draagkracht. Je bent in staat om stress en overspanning te kunnen (ver)dragen. Maar als deze momenten van stress en overspanning toenemen en/of te lang aanhouden dan neemt jouw draagkracht op termijn af. Hierdoor geraak je opgebrand, uitgeput. Je bent fysiek, mentaal en emotioneel helemaal op. Het reservevat is leeg.
Naast stress- en overspanningsklachten die al zes maanden aanhouden, herken je een burn-out aan volgende signalen.
1. Ernstige fysieke uitputting
Als je een burn-out hebt, voel je je extreem vermoeid. Het kan zo ver gaan dat je met een burn-out niet uit bed geraakt of niet de energie hebt om dagdagelijkse activiteiten uit te voeren zoals zelfzorg of huishoudelijke taken. Je bent snel vermoeid. De kleinste inspanning vraagt heel veel energie. Daarbij komt nog eens dat je onrustig slaapt waardoor je niet tot recuperatie komt.
2. Zeer emotioneel tot emotioneel onverschillig
Bij een burn-out heb je het gevoel geen controle meer te hebben over jouw emoties. Je bent snel overstuur, overgevoelig, je voelt je geÏrriteerd, je hebt woede-uitbarstingen, je voelt intens verdriet, al of niet gepaard gaand met huilbuien.
In sommige omstandigheden wil je jezelf beschermen door afstand te nemen van je werk, maar soms ook van collega’s, familie en vrienden. Je wordt onverschillig. Zodanig zelfs dat er een gebrek ontstaat aan interesse, inzet, laat staan motivatie.
3. Cognitieve taken lukken moeilijk
Een burn-out heeft ook een impact op je vermogen om informatie te verwerven en te verwerken. Je bent verstrooid, vergeetachtig en jouw concentratie is niet zoals voordien, laat staan het uitvoeren van verschillende taken samen.
4. Mentaal controleverlies
Een burn-out maakt dat je meer gaat denken, je gedachten gaan aan de loop, kortom je begint te piekeren over belangrijke zaken maar evenzeer over pietluttige dingen. Soms zijn er momenten dat je gaat confabuleren: gedachten die een eigen bestaan gaan leiden, ver van de feiten. Je gaat uitvergroten. Dit maakt dat je vatbaarder bent voor angst of paniekaanvallen (vb. angst om buiten te komen).
Gaat dit nog lang duren? Wanneer ben ik er vanaf? Wanneer kan ik terug gaan werken?
Dit zijn inderdaad vragen die ik elke keer opnieuw krijg. En mijn antwoord is steeds hetzelfde: “Tijd zal uitwijzen hoe het verloopt, stap voor stap kom je erdoor heen!”.
De duurtijd van een burn-out hangt af van verschillende factoren: hoe lang ben je al roofbouw aan het plegen op je lichaam, heeft jouw burn-out te maken met het werk en/of privé-situaties, ben je iemand die alsmaar blijft doorgaan en de lat hoog legt?
Ieder verloop en herstel is voor iedereen anders.
Het herstel verloopt echter zowel grillig als grellig. Grillig omdat het heel vaak met ups en downs gaat. Het is geen lineair maar eerder een exponentieel verloop. Vaak is het herstel onvoorspelbaar wat voor de meeste mensen beangstigend (grellig) aanvoelt.
Om even de cijfers erbij te halen: onderzoek toont aan dat je gemiddeld 6 tot 8 maanden tijd moet nemen om tot een (progressieve) werkhervatting te komen; 12 maanden of meer om te spreken over een volledig herstel.
In eerste instantie is het belangrijk dat er aandacht is voor recuperatie. Je lichaam is op. Het moet z’n reserves terug aanvullen. Het is belangrijk om jezelf rust te geven, bij te slapen en zorg te dragen voor jezelf. Geleidelijk aan zal jouw draagkracht verder opgebouwd worden. Zoals ik al hierboven vertelde, het vraagt tijd en er is niet direct een kant-en-klare oplossing die zegt: zo moet het! Het is zoeken wat voor jouw past en waar jij jou goed bij voelt.
In een volgende fase gaan we stilstaan bij jouw essentie. Wat is belangrijk voor jou? Hoe dichter je bij jouw essentie kan blijven, hoe meer je in staat bent om grenzen te stellen en goed voor jezelf te zorgen.
In een laatste fase is het schakelen naar flow in plaats van automatische piloot. Burn-out komt doordat je te lang op automatische piloot bent verder gegaan waardoor je het contact met jezelf verloren bent en zo jouw batterijen helemaal leeg gelopen zijn. Bij flow blijf je dicht bij jezelf, laden je batterijen op terwijl je ‘bezig’ bent.
Perfectionisme is de laatste jaren een hot topic. Regelmatig kom je het onderwerp wel eens tegen in een krantenartikel, een tijdschrift, een boek, een blog of een post. Jammer genoeg draagt het woord perfectionisme te vaak een negatieve lading.
Perfectionisme, dé oorzaak van burn-out
Mijn perfectionisme, mijn ziekte
Perfectionisme loslaten om succesvol te zijn
in 8 stappen af van je perfectionisme
Laat het ons over één ding eens zijn: perfectionisme is geen verworven ziekte of aandoening. Het is ook niet zo dat je ervan kunt genezen of er vanaf kunt geraken. Perfectionisme is een drijfveer. Het is het verlangen om zichzelf en de wereld om zich heen te verbeteren.
Als perfectionist wil je een perfecte wereld gaan creëren. Je ontwikkelt een set van regels voor jezelf en de wereld rondom je, die je gebruikt als een intern moreel kompas.
Als anderen jouw regels volgen, dan loopt het allemaal goed, dan ben je gelukkig. Maar doen ze dat niet, dan krijg je stress en ga je je ergeren.
Laat me het even verduidelijken. Denk eens aan de plasticine van Play-Doh. Wat gebeurt er als jouw kinderen alle kleuren door elkaar mengen? Of wanneer je lieve husband de handdoeken opvouwt op zijn manier? Of je collega helpt jou met het verwerken van een dossier op haar, in jouw ogen, slordige manier? Of je baas wil dat het werk op zijn absurde, niet efficiënte manier verricht wordt?
Er komt maar één gedachte: “Doe nu toch gewoon zoals het moet!”. Ergernis en frustraties alom! Herkenbaar?
De innerlijke criticus is een innerlijke stem die bij alles wat je doet over de schouder meekijkt en commentaar geeft wanneer je zelf of de andere ‘de regels’ niet volgen. De innerlijke criticus is als een moreel kompas waarmee je afweegt wat juist of fout is.
Good is no good when better is expected. Je wilt perfectie. Je kijkt telkens wat nog kan verbeterd worden en legt daardoor de lat hoog voor jezelf en voor de andere. Telkens als de lat bereikt is, leg je ze nog een beetje hoger waardoor je het gevoel krijgt dat het nooit goed genoeg is.
Je drijfveer is verbeteren. Je ziet altijd wel iets dat moet gedaan/gefixt/gecheckt worden. Dit maakt dat het nooit af is en dat je alsmaar blijft doorgaan. Je bent gedreven en je geeft niet op want het moet kost wat kost af zijn. Punt uit!
Doordat de lat zo hoog ligt, vind je het vanzelfsprekend wat je allemaal doet. Maar dat is het helemaal niet. Kijk maar eens welke ballen je allemaal in de lucht houdt en wat je allemaal verwezenlijkt, op een uur, een dag, een week, een maand, een jaar …
Fouten maken of beter gezegd betrapt worden op fouten is not done. Je zal er telkens weer op toezien dat je geen fouten maakt! Gebeurt dit wel, dan ontstaat er een spanningsveld en blijf je de hele tijd jezelf wijzen op de fouten die je gemaakt hebt.
Doordat je navigeert in de wereld met een kompas van regels ga je deze principieel gaan volgen en correct gaan inzetten. Corrupt zijn druist in tegen alle mogelijke waarden die je in jou hebt.
Met een arendsoog spot je de imperfecties, je merkt op wat er niet goed loopt, wat er nog te verbeteren valt. Je toetst dit constant af met jouw intern moreel kompas, jouw set van regels.
De lat ligt hoog, soms te hoog waardoor je bepaalde taken gaat uitstellen of zelfs afstellen. In sommige situaties neemt de angst zodanig toe om te presteren waardoor je faalangst ervaart.
Blijven doorgaan, de lat hoog leggen, geen fouten mogen maken, ergernissen en frustraties ervaren omdat het niet loopt zoals jij het wilt … het vraagt zodanig veel van jouw lichaam dat het vaak gespannen aanvoelt.
Luisteren naar je lichaam en ontspannen is vaak het laatst om te doen want je moet eerst presteren. Het spanningsveld is soms zo groot dat ontspannen moeilijk lukt of je bent te moe om te genieten van de rust en de q-time voor jezelf.
Perfectionisme is iets moois. Het is een talent. Het is iets positiefs, zo lang je het constructief gaat inzetten. Als je doorslaat in jouw verbeteren, in het volgen van jouw regeltjes, dan wordt het te scherp, te puntig en helaas destructief.
De kunst bestaat erin om jouw perfectionisme te leren begrijpen, te leren voelen in je lichaam en te leren omarmen. Het te leren inzetten als een fantastisch talent en het niet langer te beschouwen als een valkuil.
Stress is een prikkel die ons aanzet tot actie en tot reactie. Een gezonde dosis stress is goed want het zorgt ervoor dat je alert en gefocust bent en in beweging komt. Een beetje stress houdt je dus scherp.
In de oertijd was stress noodzakelijk om te overleven. Als je in de wildernis een leeuw tegenkwam, zorgden je hersenen ervoor dat je lichaam in een staat van paraatheid werd gebracht. Er kwamen stresshormonen vrij, zoals (nor)adrenaline en cortisol. Zo werd je lichaam klaargemaakt om te vechten of te vluchten. Kortom, klaar voor actie!
Signalen van een vecht- of vluchtreactie:
Gelukkig was er na deze (re)actie tijd om te bekomen en om uit te rusten. Op die manier kreeg het lichaam tijd om weer op zijn positieven te komen en om terug naar herstelmodus te gaan.
Elke dag kom je nog ‘leeuwen’ tegen maar in een andere vorm: de ochtendrush met de kinderen, op tijd op het werk geraken, fuck file!, deadlines, moeilijke gesprekken met collega’s of je baas, meningsverschillen thuis, problemen of zorgen rond de kinderen of familie, geldproblemen, verlies van een dierbare, bekommernissen om lichamelijke klachten … In deze situaties reageert het lichaam eveneens met een vecht- of vluchtreactie maar je ziet het niet (altijd). In sommige omstandigheden negeer je het, heb je geen tijd om erbij stil te staan of ben je zodanig gefocust op andere dingen dat je de reactie gewoon niet meer voelt. Als je luistert naar jouw lichaam en voldoende rust en ontspanning neemt, kan je bijtanken en opnieuw herstellen.
Problemen treden echter op wanneer de stresssituatie langer dan drie maanden blijft aanhouden of indien je te weinig tijd neemt om te herstellen. Hierdoor vermindert jouw draagkracht. Je systeem trekt het niet meer, je blijft jezelf vervormen en je komt in een loop van chronische stress en overspanning terecht. Je lichaam begint te haperen en toont tal van symptomen. Niet alleen je lichaam, maar ook je hoofd (denken) en je hart (voelen) krijgen het moeilijk.
Het menselijk lichaam reageert niet alleen op het moment van een stressvolle situatie zelf. De reactie kan ook later komen, wanneer de spanning juist vermindert. De oorzaak-gevolgrelatie is daardoor niet altijd duidelijk en de klachten worden dan niet in verband gebracht met stress. Een voorbeeld hiervan is spanningshoofdpijn die pas in het weekend of aan het begin van de vakantie ontstaat. Het duurt dan soms enige tijd vooraleer een correcte diagnose gesteld wordt.
Waarschijnlijk heb je al blogs en artikels gelezen zoals 7 tips om van jouw klachten vanaf te geraken. Misschien heb je ze geprobeerd, misschien niet. Misschien hebben sommige tips jou geholpen, andere niet … Maar eerlijk? Ik vermoed van niet. Anders zat je mijn blog niet te lezen.
De meeste tips voor stress- en overspanningsklachten zijn waardevol maar vaak werken ze op korte termijn en ze zijn niet voor iedereen van toepassing.
Bij stress- en overspanningsklachten is het belangrijk om naar de diepere laag te gaan: wat maakt dat jij stress ervaart?, hoe reageert jouw lichaam?, jouw hoofd? en hoe kan jij op een andere manier omgaan met stress?. Dus hier geen tips, maar wel een link naar mijn traject.
Hyperventilatie betekent letterlijk: te veel ademen. Het is een lichamelijke reactie op stress of op een stressvolle situatie waarbij je te snel of te diep gaat ademen. Hierdoor adem je meer zuurstof in dan je lichaam nodig heeft. Door de verhoogde opname van zuurstof, daalt de hoeveelheid CO2 in het bloed. Er ontstaat een disbalans tussen beide gassen, waardoor de pH-waarde van het bloed stijgt. Hierop zal het lichaam reageren door te hyperventileren.
Hyperventilatie komt vooral voor als chronische aandoening. In slechts 10% van de gevallen is er sprake van een acute aanval. Beide vormen zijn echter ongevaarlijk en niet levensbedreigend, hoewel de acute vorm vaak het tegenovergestelde doet vermoeden.
Bij de acute vorm ga je zodanig diep en snel ademen dat je het gevoel krijgt niet goed meer te kunnen ademen. Het voelt beangstigend en beklemmend aan. Je hebt het gevoel dat er iets ernstigs aan de hand is en je geraakt in paniek. In sommige gevallen verlies je het gevoel met de werkelijkheid en beland je op de spoedafdeling van het ziekenhuis.
Toch is een aanval van hyperventilatie niet gevaarlijk, het is van voorbijgaande aard. Een aanval duurt in normale omstandigheden een kwartier en trekt nadien weg. Het brengt geen blijvende schade toe aan jouw lichaam.
De meest voorkomende klachten zijn:
De chronische hyperventilatie (ook wel de sluimerende genoemd) kan uren tot dagen aanwezig zijn zonder dat je je daarvan bewust bent. Deze ‘aanval’ is minder spectaculair dan de acute en dus ook minder goed te herkennen.
De symptomen die kunnen optreden bij chronische hyperventilatie, zijn zeer uiteenlopend en kunnen op vele domeinen voorkomen maar ze treden (gelukkig) niet allemaal tegelijkertijd op. Hierdoor is het echter vaak moeilijk om een juiste diagnose te stellen. De symptomen kunnen immers een andere aandoening doen vermoeden.
Lichamelijke klachten:
Op lichamelijk niveau kunnen de klachten zich op volgende vlakken manifesteren:
Mentale & emotionele klachten:
Ook op mentaal vlak kunnen er zich symptomen voordoen:
Heel vaak liggen stress en overspanning aan de basis van zowel de acute als de chronische vorm van hyperventilatie. Stress en overspanning zorgen er namelijk voor dat er een verhoogde spanning komt in het lichaam, in het bijzonder rond de thorax (romp), nek en schouders. Door die verhoogde spanning verandert de houding, die mee je ademhaling beïnvloedt. De borstademhaling neemt toe waardoor je oppervlakkiger gaat ademen. Dit verkeerd ademhalingspatroon zorgt ervoor dat de hoeveelheid CO2 in het bloed gaat dalen en er een waterval van klachten ontstaat.
Wie eenmaal een aanval van hyperventilatie heeft gehad, heeft vaak schrik om dit nog eens mee te maken. Door deze angst en de daarbij behorende spanningen, neemt de kans op herhaling echter alleen maar toe. Als een aanval steeds in dezelfde omstandigheden plaatsvindt, kan dit leiden tot een angststoornis (fobie), waarbij je angstvallig een aantal plaatsen of situaties tracht te vermijden. Voorbeelden hiervan zijn agorafobie, angst om onder de mensen te komen, en claustrofobie, angst in kleine ruimtes.
Hoewel hyperventilatie op zich niet levensbedreigend is, is het wel aangewezen om een aanval onder controle te krijgen of te voorkomen. Zowel bij een acute als bij een chronische aanval bestaat de kunst er vooral in om letterlijk en figuurlijk weer op adem te komen.
Om een acute aanval onder controle te krijgen, volstaat het om gewoonweg rustiger te ademen. Helaas gaat een acute aanval vaak gepaard met paniek waardoor rustig ademen niet zo evident lijkt. Daarom is het belangrijk om in eerste instantie niet te veel aandacht te vestigen op de ademhaling zelf.
Deze quickfixes kunnen je hierbij helpen:
Om een chronische aanval onder controle te krijgen is een langere begeleiding nodig.
Hierbij gaan we aandacht schenken aan:
Weten wat je doet, terwijl je het doet, in het huidige moment, moment na moment.
Mindfulness is een manier van zijn waarbij je stilstaat bij het nu: je bent volledig aanwezig in het moment. Zonder te oordelen ga je na wat zich hier en nu aandient in je lichaam en in je hoofd. Het helpt je om te vertragen en dichter bij jezelf te komen. Je bent niet langer onderweg, maar komt thuis.
Mindfulness kan je bereiken via technieken, vaardigheden en het cultiveren van een attitude.
Er zijn de lichaamsgerichte technieken waarbij je aandacht gaat trainen en je voelen gaat ‘oefenen’. Dit doe je door allerhande meditaties zoals liggen in aandacht, zitten in aandacht, staan en gaan in aandacht en aandacht voor de ademhaling.
Er zijn de cognitieve vaardigheden waarbij je je bewust leert worden van je gedachten, emoties en fysieke sensaties. Je leert er vanop afstand naar te kijken. Je verandert niet de inhoud maar wel de relatie die je ermee hebt. Je leert dus omgaan met fysiek ongemak, negatieve emoties en gedachten.
Ten slotte is er de attitude. Vanuit de mindfulness worden 7 instellingsfactoren gecultiveerd: niet-oordelen, niet-streven, geduld, altijd opnieuw beginnen, accepteren, loslaten, vertrouwen. Deze kan je aanleren door ze gaandeweg toe te passen in je dagelijkse leven. Het is het aanleren van mededogen voor jezelf en de anderen.
Deze mindfulness werd in de westerse wereld geïntroduceerd door Jon Kabat-Zinn. Eind jaren 70 ontwikkelde hij een training genaamd mindfulness based stress reduction (MBSR). Het programma werd ontwikkeld voor chronische pijnpatiënten die uitbehandeld waren. De aanpak had voor het eerst een holistische visie waarbij lichaam en geest samen werden gebracht. Het was gericht op het aanspreken van het zelfhelend vermogen en de zelfverantwoordelijkheid van de patiënt. Daarnaast verrichtte Jon Kabat-Zinn heel wat onderzoek en schreef tal van boeken.
Mindfulness wordt toegepast in verschillende domeinen. In de loop der jaren werden trainingen ontwikkeld voor stress en depressie, chronische pijn, kanker, artritis en eetstoornissen. Daarnaast werd het effect van mindfulness ook grondig onderzocht. Dit onderzoek toonde aan dat er door het beoefenen van mindfulness structurele veranderingen plaatsvinden in het brein waardoor je minder stress en angst ervaart, meer zelfvertrouwen hebt en positiever in het leven staat.
Is mindfulness iets wat je even doet en snel resultaat oplevert? Neen, het beoefenen van mindfulness vraagt tijd, geduld, commitment en beoefening, maar is de weg naar minder angst, minder stress en meer positivisme. Door mindfulnesstechnieken te oefenen en er tijd voor vrij te maken in je drukke dagschema, kan je ze integreren in je leven en meer zijn dan moeten.